Overwinning op Britse airlines: claimen mag tot 6 jaar na vlucht

vrijdag 27 juni 2014

Een uitspraak in het hof van beroep (Court of Appeal) in Engeland van afgelopen week zal wederom de sluizen kunnen openen voor duizenden vliegpassagiers die compensatie willen claimen voor vertraging, annulering of overboeking. Reizigers zullen voortaan tot zes jaar na de vluchtdatum kunnen claimen. De uitspraak volgt kort op een andere belangrijke overwinning, die onlangs in dezelfde rechtbank werd behaald in de zaak Huzar vs Jet2.com.

Thomson Airways: claim moet binnen twee jaar ingediend worden

De rechters van het hof van beroep wezen de bezwaren van Thomson afgelopen week (op 19 juni) af. Engelse luchtvaartmaatschappij Thomson had eerder geweigerd passagier James Dawson uit te betalen voor een vertraging van acht uur die hij in 2006 opliep, omdat de claim niet binnen twee jaar was ingediend. Naar de verjaringstermijn in de EU kunnen compensatieclaims tot twee jaar na de vluchtdatum worden ingediend. Omdat deze verjaringstermijn in het Verenigd Koninkrijk zes jaar is, konden passagiers bij de meeste Britse airlines hun claim echter al tot zes jaar na de vlucht indienen. Thomson was een van de weinige Engelse luchtvaartmaatschappijen die deze ruimere limiet niet accepteerde. Volgens Thomson zou het toelaten van claims ouder dan twee jaar in strijd zijn met de Europese wetgeving het Verdrag van Montreal. De airlines hield de zaak van Dawson en vele anderen aan tot er een uitspraak zou komen in het hoger beroep.

De drie verantwoordelijke rechters oordeelden afgelopen week dat elk land haar eigen vervaltermijn mag toepassen. Dit betekent dat passagiers in Engeland, Wales en Ierland inderdaad tot zes jaar kunnen claimen; voor Schotland kan dit tot vijf jaar. Meneer Dawson heeft dus alsnog recht op de compensatie van €600 per persoon. Een van de rechters in de zaak zei: "Hoewel het hier een klein bedrag betreft is dit een principezaak die zowel voor luchtvaartmaatschappijen als voor passagiers van groot belang zal zijn." Advocaten in de claimbusiness voorspellen dat de uitspraak invloed kan hebben op meer dan 11 miljoen vliegpassagiers, met een totaalbedrag aan compensatie van vier miljard pond. Veel zaken die al maanden stilliggen kunnen nu doorgezet worden.

Richard Lloyd van consumentenwebsite Which? zei: "Deze uitspraak is een overwinning voor consumenten en zal broodnodige duidelijkheid verschaffen in het verwarrende claimproces." Thomson Airways heeft aangekondigd met de uitspraak naar het hooggerechtshof (Supreme Court) te willen stappen. Een woordvoerder zei: "We vinden het niet onredelijk om van iemand die ongemak en tijdverlies heeft ondervonden als gevolg van een vertraging te verwachten dat hij zijn claim binnen twee jaar indient. We geloven ook nog steeds dat dit wettelijk zo moet zijn en zijn dan ook erg verbaasd over deze uitspraak."

Tweede overwinning deze maand: Huzar vs Jet2.com

De uitspraak in de Thomson zaak volgt slechts enkele dagen op een andere overwinning die in het hof van beroep werd behaald in de zaak Huzar vs Jet2.com. In die zaak weigerde Jet2.com compensatie uit te betalen aan Ronald Huzar nadat deze in 2011 een vertraging van 27 uur ondervond. De luchtvaartmaatschappij beargumenteerde toen dat Meneer Huzar geen recht had op compensatie omdat zijn vertraging het gevolg was geweest van een technisch mankement. Volgens Jet2.com vormde dit een 'buitengewone omstandigheid', of overmacht, en hoefde zij daarom geen compensatie te betalen. Op 15 oktober 2013 oordeelde een rechter in Manchester al dat de luchtvaartmaatschappij het bij het verkeerde eind had en dus moest uitbetalen, maar Jet2.com hield voet bij stuk en ging tegen de uitspraak in beroep. De rechters in het 'Court of Appeal' oordeelden vervolgens op 11 juni j.l. in overeenstemming met deze eerdere beslissing.

De twee uitspraken zullen ervoor zorgen dat Britse vliegpassagiers eindelijk meer duidelijkheid hebben over het claimen van compensatie bij vluchtvertraging. Het blijft echter onduidelijk tot hoe ver terug Britse passagiers mogen claimen indien ze met een niet-Britse luchtvaartmaatschappij hebben gevlogen. Enkele andere Europese landen passen al langer eigen vervaltermijnen toe, al is het niet altijd duidelijk wanneer dit wel en niet mag. Waar Duitse airlines bijvoorbeeld een termijn van 3 jaar naar Duitse wetgeving hanteren, perken Belgische airlines de termijn juist in naar 1 jaar. Volgens de EU mag in theorie de vervaltermijn van het land vanuit waar de vlucht vertrekt of arriveert ook worden toegepast. Dit is echter een schemergebied, omdat deze juridische grenzen nog niet vaak in de praktijk zijn opgezocht. Voor Nederlandse reizigers die met een Britse airline vertraagd zijn geweest zal de uitspraak in ieder geval een gunstige ontwikkeling blijken; de termijn van zes jaar (in plaats van de Nederlandse termijn van 2 jaar) zal in elk geval wel voor hen gelden.

Geschreven door: Team Vlucht-vertraagd.nl